zondag 30 september 2007

vogelgedicht

In een vlaag van avondlijke dichterlijkheid, vond ik de woorden voor een klein gedichtje, waarvan ik hoop dat jullie het leuk vinden ^^ reacties zijn welkom *Snap snap, grin grin, wink wink, nudge nudge, know what I mean, say no more, say no MORE!!!* :p

Sierlijk zijn de machtige slagen
waarmee de vogel doorheen de lucht klieft
beweging die hen vrijheid geeft
de wind te bezeilen als een schip
zonder mast en zonder ra
zwak gebonden aan die aarde
voor hen een rustplaats
een graf, een oogstveld
en de plaats waar zelfs voor hen
het leven moet beginnen
want geen vogel is
ooit geboren aan die hemel

Schreeuw van Evanga 17

Nieuw gedichtje uit SvE ^^ De volgende zal in enkele dagen ook op mijn blogje komen te staan.

Zo verdoemd zij de dag
dat de ongenaakbare Liefde
koesterend die gewillige
uitgebannen wordt
en ik in angst
wegvlucht in mezelf

Dat het laatste sprankeltje mensheid
zich verbergend achter een gelaat
weggevreten en uitgehold
tot de kleinste kern
van het menselijk verstand
overblijft, om mij te kwellen

donderdag 27 september 2007

Schreeuw van Evanga 16

Heel lang geleden, maar ik ga er toch mee doorgaan. Verwacht nog enkele posts van SvE in de komende weken. HF

eerste gedicht van Deel 4: Bekering van de Enkeling

De dag was aangebroken
dat het zonlicht op me scheen
maar De Nacht, onwezenlijk levenloos
mij in haar armen sloot

Onbedoeld en ongeweten
wat niet mocht zijn, gebeurde
onvermoed het gebroken vertrouwen
dat in alles zal ontbreken

woensdag 26 september 2007

Gemiste Kansen 9

Eind geleden sinds Gemiste Kansen op het programma stond. Hier is het nieuwste deel alvast ^^. Hope you have some supercalifragilisticexpialidocious fun!

Een slecht idee om erop in te gaan, maar het was nog slechter er niet op in te gaan. Ik ging voor het ergste van de twee kwaden. De koebel die in m'n achterhoofd maar bleef “toeng” doen wees erop dat ik een idioot was. Algemene kennis bij mij natuurlijk, dus het was overbodig “toeng”. Ik ontweek de listige blik van Steph, waardoor twee wangetjes wat roder werden... de mijne, die gelukkig verborgen werden door mijn baard. Toch een voordeel van dat fijngekapt zwart woud. Ik besloot dat ik toch maar iets moest zeggen, zo vaag en zo weinig belovend als maar kon, wat misschien zou werken om haar niet te kwetsen of weg te jagen, maar ook niet om te blijven “toeng”. Mijn blik zocht haar ogen, die mij nog altijd onderzoekend aankeken, en zei: “kijk, ik zie je e”toeng”norm graag, maar ik “toeng” denk dat “toeng dit geen zo'n goed idee is “toengtoengtoengtoengtoeng!” Haar glimlach verdween voor zo'n vijf seconden, waarna ze haar hand op de mijne legde, en me toefluisterde: “Je moet je geen zorgen maken, wat er ook gebeurt, ik zal je blijven graag zien.” M'n ogen puilden uit m'n oogkassen. Toen streelde ze m'n baardje en keek me met zo'n verraderlijke puppy-ogen aan waar enkel een hongerige wolf tegen bestand was. Afwachtend, hopend, verlangend.

Vaag? Weinig tot niets beloven? Niet vragen om te blijven? Jezus, vrouwenlogica! Knappe vrouwen lijken je geen keus te geven om hen te aanvaarden of te weigeren, smerige, verleidelijke teven die ze zijn. Het voelde zo verkeerd, opgedrongen aan, en toch wou ik er direct mee naar de toiletten gaan om onsubtiele redenen. Technisch probleem was wel dat er maar één toilet was, zodat het vanaf de aanvang al zou opvallen. De techniek staat voor niets, toen begreep ik het.

“Sorry schat, kheb m'n regels, misschien een andere keer” stamelde ik snel, nam m'n jas, stond op en vluchtte bijna weg uit het café. Principes zijn toch ook regels? De wind joeg door m'n haar, en kleine druppeltjes motregen nestelden zich aan de oppervlakte. Hopelijk deed ik haar geen pijn, maar dit was gewoon verkeerd. Liever geen lief tot ik m'n gedachten terug wat op een rijtje zette, hoewel ik er best ene voor kon gebruiken. Snelle stappen achter me verraadden een achtervolgster. Ik had beter gelopen, niemand die me toen ging kunnen bijhouden. Nu wegrennen zou niet verstandig zijn. Ik draaide me om en kreeg een vlakke hand recht in m'n aangezicht. Ze sloeg harder dan de laatste vrouw. De grijns op m'n gezicht veegde ik van m'n gezicht toen ik die opmerkte. Met haar handen in haar zij stond ze me ondertussen aan te kijken met grote boze ogen. “Ok, ik was grof en had niet zo mogen vertrekken...” was ik aan het vertellen met een berouwvolle blik, toen haar vuist zich in mijn maag wilde boren. Waarom wou ik ook alweer niet... of wacht, ik wou wel, maar mocht niet... van mezelf? snel genoeg om haar vuist te onderscheppen, trok ik haar naar voor zodat ik haar met haar rug tegen me aan vasthield. Ze nam m'n armen vast die ik om haar heen geslagen had, en vroeg een jankend “waarom?”. Dit was weer typisch, doe je weer iemand pijn die van je houdt, en op die manier nog wel! De vrij aangename positie begon tot me door te dringen. “Dat ik het zelf niet meer weet.” zuchtte ik, nam adem, en vertelde haar toen dat ik soms niet wist wat met mezelf aan te vangen. Ze glimlachte...

donderdag 20 september 2007

random gedicht

Al een tijd geleden sinds ik nog gepost heb op m'n blogje, blijkbaar doet al die alcohol er geen goed aan :p. Hier is althans een nieuw gedichtje van me. Vervolg op Schreeuw van Evanga komt er tegen eind van de week aan. Een nieuw deel van Gemiste Kansen is ook in de maak. Is het te donker? Te depri? Te whatever? Me doesn't care about the opinion of you puny lifeforms![yhbt] Enjoy ;-)

Het was niet meer en nooit geweest
dat die ogen zich op mij richtten
gedachten die me heimelijk blinddoekten
en enkel een glasraam in stof te zien was
een ideaal dat nooit kon zijn
hoop die een illusie bleek
lichtkrans die brak als steen
een blik langs me heen
gaand op mijn weg, gedwee.

woensdag 5 september 2007

vervolg op nieuw ding :p

Met lang uitstel, maar geen afstel ^^ tweede deeltje van "nieuw ding". Vanaf dat ik er een deftige naam voor kan vinden deel ik u deze mede :p Volgende deel van Gemiste Kansen is in de maak, maar zal waarschijnlijk niet voor volgende week op mijn blog komen. hf, kame ^^

Without a sound Ayilir spied on his prey, his bow held firmly in his left hand, while taking an arrow from the quiver on his back with his right. He was only a few miles away from his own village, so stumbling upon this wild animal was a lucky coincidence. Calmly he prepared to shoot the wild boar, getting his aim and his feeling just right. He rarely missed, and didn't plan on changing that habit. He released the arrow fluently, and saw it slip flawlessly through the beasts neck right into its' brain. With a dull thump the boar fell down onto the ground, lifeless. Ayilir carefully came out of the bushes, his leather boots cracking slightly. No sign of any other animal, though he sensed something near, and held on to another arrow. A small branch snapped behind Ayilir, who quickly turned around, while grabbing the knife from his holster on his belt. The noise was too close for any arrow to be useful. He smiled, seeing only a squirrel, looking at him most interestedly, while eating an acorn. The hunter turned around again, picked up his heavy catch for today, and went on to his village. The main road wasn't far from where he was, and much safer than the woods, so Ayilir didn't hesitate to take it. Wolves were never too far away, he knew that all too well remembering his last encounter, but the main road usually was off limits to them during daytime. The boar was quite large for one man to carry, making him breathe heavily as he carried it, but as always, he endured it. His strength rarely failed him, though he wasn't any taller or more muscular than the others in his village. His stay at the steed made him look a little frail even. A rumbling sound was steadily getting louder, he looked over his shoulder, and saw it was a wagon, marked with the imperial seal on both sides. The wagonner, an elderly man with brushes of grey in his short hairs, smiled gently at him, and halted the horses. “Would you care for a ride to the village?” He asked Ayilir “You seem to be carrying a heavy load.” The hunter nodded, in silence agreeing to come along. After putting his catch of the day into the back of the wagon, he noticed while passing by the window, there was a passenger. A young woman wearing a lightgrey robe with strange markings. “Must be a sorceress” he thought. The rider looked behind him and said: “So you've noticed my dear passenger, haven't you? You should let her rest for now, she's been on the road for a long time now.” Ayilir climbed up next to the rider and together they continued to the village. Once there he thanked the rider, took his boar, and went on his way home, not noticing the riders' stare as he saw him pick up his loot, throw it over his shoulder as easily as if the boar was air, wrapped by a chunk of hide, and calmly walked away. The wizards' servant rode further, stopping in front of the only inn of the village, The Rusty Dragon. Local myths and superstition were the only things keeping these so-called monsters in people's thoughts and fears. Every man who had traveled would tell you they were a myth, nothing more.