maandag 24 december 2007

Gemiste Kansen 20

Deel 20! Een klein nieuw deeltje om aan het geheel toe te voegen. Ik wou dat het meer was, en dat ik het vroeger op de blog gezet had, maar heden is het *werkwerkwerk* voor mij. Enjoy.


Pas na de laatste les van het semester begon ik aan mijn cursussen te leren. Het was een vreemde wereld waarin ik leefde. Mensen gaven je werk, denkend dat je niets anders te doen hebt, en dan kwam je er nog vijf tegen. Soms kreeg ik zin om ze te vragen hoeveel uren ze dachten dat er in een dag waren. Niet dat het zodanig druk was, maar ik was gesteld op mijn vrijetijd. Met alles wat er gebeurd was die laatste weken begon ik echter veel vroeger te leren. Het leek mijn motivatie wel goed te doen, maar de hele dag in je eigen rookwalm leven is niet aan te raden. De examens waren begonnen, ze gingen wonderwel, maar dat eeuwige gemis leek nadrukkelijker dan ooit. Ik besloot om tijdens het laatste weekend tijdens de examens eens uit te gaan. Drank, genezer van de ziel, ik verlangde ernaar.

Waarom moest het per se stortregenen midden juni, net op de dag dat ik voor een keer buiten kwam? De examenperiode was normaal gezien wel de mooiste tijd van het jaar, als je alleen naar het weer keek tenminste, maar dit was erover. Met een licht jasje dat al het water opzoog waar het mee in contact kwam, net zoals ik van plan was met bier, slenterde ik naar Den Draver. De bazin was net als altijd vriendelijk, hoewel mijn vest besloot om het water te lossen. Het onding liet ik maar achter aan de kapstok, hopelijk was die wat gedroogd wanneer ik terug naar huis ging. Er zat niemand dat ik kende, maar enkele mensen keken me wel aan door de waterige vertoning. Ze vermoedden misschien dat ik in een kanaaltje gezwommen had met mijn kleren aan. Het gebeurde regelmatig dat er iemand in viel, maar dat was ik alleszins niet van plan. Ik plantte me neer aan de toog en vroeg om een pint. Er was tijd om te mijmeren, te overpeinzen, te dromen.

maandag 10 december 2007

Gemiste Kansen 19

De laatste tijd komen de posts veel trager... *wijst vinger naar school* dat is dus de reden :( teveel schoolwerk, dus veel tijd om te schrijven heb ik niet. Vanaf dat de examenperiode echter voorbij is, zal ik terug op een normaal tempo werken aan Gemiste Kansen. Innieweis, hier is deel 19 ^^


“Ik hou van je.” fluisterde ik zachtjes. Ze zei echter niets, schonk me zelfs geen glimlach. Ze kuste me, maar het leek meer een gewoonte dan iets dat op passie leek. Een mooi woord, passie, maar net als woorden was het begrip passie vluchtig. Langzaam leek het vervaagd te zijn bij haar, terwijl ik nog meer naar haar hunkerde dan in het begin. Geen leven zonder haar, dacht ik toen nog. Een kus die aanvoelde als een morele verplichting van haar kant, en uiteindelijk leek ik nog gelijk te krijgen. Na zoveel maanden samen maakte ze een eind aan onze relatie zonder verpinken. Geen reden die goed genoeg was voor me, ze gaf me er ook niet echt één.

Het was niet de eerste keer. Deed ik iets verkeerd, of wat zorgde er elke keer dan voor dat het mis liep? Vragen die ik me bleef stellen, en uiteindelijk onbeantwoord bleven. De wil om die vraagstukken te beantwoorden was ook afwezig. Het was zinloos te blijven redeneren over de oorzaken van mijn frustraties, en filosofische gedachtengangen bleken me uiteindelijk ook geen goed te doen. Hoe langer je over dingen nadenkt, hoe absurder ze worden. Frustraties over de mogelijke antwoorden konden niets meer dan depressies veroorzaken. In zo'n gemoedstoestand filosofeerde men beter nooit, of men komt tot onwaarschijnlijke dooddoeners als: “Ik denk, dus ik besta niet.” een prachtzin die op niets slaat, maar bij nader inzien compleet te verrechtvaardigen valt. “Het denkproces is het resultaat van de wetten van de fysica. Compleet, geregeld en voorbestemd, zonder enige afwijking zijn alle gedachten die ook maar rondwaren in ons hoofd. Tot die wetten wegvallen, of wij er niet meer aan gebonden zijn, ondergaan we dus enkel een non-bestaan.” Vreemd dat je dan pas kan beseffen dat je niet bestaat wanneer je kan denken. Met zo'n gedachtengang lijkt het wel alsof je moet sterven om het bestaan te ervaren. De hele stelling op zich is echter nutteloos, maar toen wist ik dat ik op een dag wel kan uitvissen hoe het voelde om te bestaan. Of niet, maar het maakte toch eigenlijk niets uit. Niet bestaan kende ik wel, en het kon pijn doen.