donderdag 3 april 2008

Gemiste Kansen 23

Terug van weggeweest. Wegens allerhande situaties en een ferme writersblock ingegeven door lamlendigheid lag Gemiste Kansen voor een heel eind stil. Nu komen er echter een aantal nieuwe deeltjes ^^. Hope you like it!

David was te goed voor de wereld, ondanks het feit dat de jongen buitengewoon afzichtelijk was. Het was alsof zijn aangezicht ineengeperst was, want zijn neus, mond, ogen en wenkbrauwen stonden ei zo na bovenop elkaar. Ik vermoedde dat God zijn inspiratie voor hem haalde bij Picasso. Enkel zijn oren stonden op de juiste plaats, hoewel die enkel te zien waren wanneer het winderig was. Een hoofd vol donkerbruin kroeshaar dat niet te bedwingen viel. Toch ging hij met een zekere waardigheid door het leven, en had hij veel vrienden. Altijd met een glimlach op het gezicht, tot in het mortuarium toe. Zijn ongeluk was tragisch, en vreemd genoeg belachelijk typisch. Na de laatste schooldag reden hij en Sarah naar huis met de fiets, enkel om omver gereden te worden door de schoolbus. Hij was dood voor hij de grond raakte. De chauffeur, die gedronken bleek te hebben, werd ontslagen, en een jaar later veroordeeld tot 4 jaar cel en een levenslang rijverbod. Na vijf dagen hing hij zich op aan zijn beddengoed. Dat laatste wou ik niet. Het deed niemand goed, en maakte het hele voorval enkel pijnlijker. Sarah was compleet van de kaart, en was wekenlang niet aan te spreken. Ik ging op bezoek, probeerde haar wat op te beuren, wat me zelden lukte. Die periode was de eerste keer dat ik Stephanie zag. Ze droeg een lichtblauw topje dat niet dik genoeg was om haar tepels te verbergen. Moest iemand me toen gezegd hebben dat ik er nog tussen ging wakker worden, ging ik die uitgelachen hebben. Niemand weet wat de toekomst brengt, behalve getuigen van Jehova en leden van UFO-sekten.

Economie bleek moeilijker te zijn dan ik anticipeerde. Toch bekroop een gevoel van gelatenheid me toen ik het lokaal verliet. Michiel stond al buiten te wachten op me, trappelend in de gang met een onaangestoken sigaret in de hand. Als hij zo naar nicotine snakte, kon hij gewoon buiten gewacht hebben, maar achteraf bleek dat hij gewoon compleet opgepept was door energiedrankjes en koffie. Alcohol, zo vond Michiel, zou hem wel goed doen. Met de fysiologie van de kerel zou het best wel kunnen kloppen dat een mengeling van pepmiddelen en bedwelmende stoffen hem goed zou doen, dacht ik. Met een snelle wandel door het spastische gedoe van mijn vriend kwamen we snel bij een terrasje aan de Korenmarkt. We klinkten op de goede afloop van de examens, en ik tuurde wat vanuit mijn stoeltje naar het volk dat passeerde. Mooie vrouwen, lelijke, hier en daar een kind, een meneer met een hoed op. Michiel ratelde aan één stuk door wat voor antwoorden hij gegeven had op ons examen economie, maar veel zin had ik niet om er nog veel over na te denken. Wat gebeurd is, is gebeurd, behalve als het niet gebeurd is. Het was hoe dan ook te laat om nog antwoorden te veranderen. Zuigend aan een rietje dat uit zijn bierglas stak, keek hij fronsend naar me op. Het fabeltje van het rietje was nog altijd de wereld niet uit, hoewel het al lang weerlegd was, maar als hij vond dat hij meer onder invloed kwam mocht hij dat gerust van me. Waarom hij fronste naar me begreep ik wel. Hij deed het terecht, want ik toonde niet bijster veel interesse in wat hij te zeggen had. Ik zei hem dan ook dat het laatste onderwerp dat ik nu wou aansnijden economie was.