zondag 29 april 2007

Gemiste kansen 3

Het derde stukje van Gemiste Kansen, in een paar dagen post ik nog een stukje.


Ze was nog mooier dan de soa-automate. Ze had een groen rokje aan, met een verwarrend motief erin verweven, en een effen lichtblauwe blouse met het bovenste knopje open. Ik stelde mezelf voor en vroeg hoe ze heette. Alea. Een naam alsof ze rechtstreeks uit een fantasyboek kwam gelopen. Een elfje op een schimmel die nooit moe werd. Ik vroeg wat ze wou drinken, en bestelde een kriek en een cola. Ik had geen zin om alcohol te drinken die avond. Teveel kans om opeens een migraine-aanval te krijgen waardoor ik ongecontroleerd met m'n oogleden begon te knipperen. Geen aantrekkelijk zicht. Cafeïne was nu ook niet zo goed tegen migraine, maar daar kreeg ik het nooit van. Mijn tactiek om een cola te bestellen ontplofte als een granaat in m'n anus. Dacht ik. Blijkbaar nam ze aan dat ik niet goed tegen drank kon, of straight-edger was. Het duurde een paar minuten en een paar vreemde stiltes om het misverstand weg te werken. Maar toen we eenmaal begonnen waren een degelijke conversatie te beginnen kwam er maar geen einde aan. Via subtiel gestelde vragen kwam ik meer te weten over haar leven. Ik zag mezelf juichen van binnen toen ze zei dat ze al een half jaar alleen was. Toen Sidewalk Sally alleen naar buiten ging keek Alea haar scheef aan. Een kleine zweem van verachting rond haar mond. Ik mocht haar graag, heel graag zelfs. Ze verborg haar gevoelens niet. De appel had ze misschien geproefd, maar even snel terug uitgespuwd. Geen bedrog, geen huichelarij. En ik genoot ervan zoveel goeie dingen te zien in één persoon. Bijna genoeg om ervan te walgen. Ze ging naar het toilet, en raakte me even aan m'n schouder. Die schouder ging ik niet meer wassen. Tot hij vuil werd natuurlijk. Ik probeerde te stoppen met me in te beelden dat ze perfect was. Misschien was ze helemaal niet aangenaam. Een beest die zich vermomde als bloem om een insect aan te trekken, om vervolgens in zijn geheel te verzwelgen en langzaam te verteren. Ik moest opletten en haar beter leren kennen. Dit was net iets te mooi om waar te zijn. Maar zelfs al was ze niet het perfecte wezen voor mij om te behagen, haar onvolkomendheden waren niet noodzakelijk afstotelijk.

Vier minuten later kwam ze terug. Haar haren nog ietsje netter dan voorheen. Mijn gsm wees aan dat het drie uur s'nachts was. Het was bijna welletjes geweest, en dus zei ik dat ik straks terugging naar mijn kot. Daarop glimlachte ze, en zei dat ze ook moe begon te worden. We gaven elkaar ons nummer om “misschien” nog eens af te spreken. Een kwartiertje later stapten we buiten, en stond ik stil om haar genacht te wensen. Mijn baard gleed langs haar wang om er haar een zoen op te geven toen ze haar gezicht draaide en me zachtjes kuste op de mond. Haar lippen waren zacht, als kussentjes die je nooit pijn zouden kunnen doen. Ik kuste haar terug. Het voelde juist aan. Haar armen waren ondertussen om mijn nek gegleden, en ze zoende me nog eens, wat zekerder nu. Toen liet ze haar handen van mijn nek glijden en keek me aan. “Het was leuk vanavond,” zei ik “net als jij.” Ze lachte en zei dat ze me nog iets ging laten weten morgen. Ik kuste haar nog eens en fluisterde slaapwel in haar linkeroor. Ik rukte me los van de onzichtbare dwang om er te blijven staan en haar dood te knuffelen, en ging op weg naar mijn kot, om de twintig meter me omdraaiend om haar nog maar eens te zien. Dit was nog geen liefde, maar het leek er wel een beetje op.

Pas toen ik de sleutel in het slot van de voordeur stak overviel de vermoeidheid me. Het was ondertussen al vier uur, en m'n geest begon spelletjes met me te spelen. Ik zag mezelf aan de deur van mijn kot staan, die voor ik de juiste sleutel uit m'n sleutelbos gevist had openging, en een naakte ex-vriendin onbeschaamd voor me stond en zich terstond op me wierp. Gedachten zo expliciet dat mijn kruis al last had van lijkstijfheid. Ik zuchtte. Geen naakte jonkvrouwen in mijn kamer vannacht, en misschien maar best ook. Mijn hoofd was zachtjes aan het bonken toen ik me op m'n bed liet neerzeigen. Tanden poetsen kon morgen ook wel, ze smaakte heerlijk.

Schreeuw van Evanga 9

Twee gedichten uit SvE als vervolg op de 8ste post van Schreeuw van Evanga. Morgen post ik het derde stukje van Gemiste Kansen. Excuses voor het late posten :p

Onverdroten verloren in het spel
geen obsessie maar pure wil
in zoetheid geurend, twee lichamen
verbonden in een druipend geheel

Verloren in identiteit en waarheid
tussen onmacht, leven, en drift

Het leven compleet, en even
lijkt al het andere, zo ver weg



Verwarmd door de aanraking
een streling door het haar
uitgeput en voldaan
een heerlijke slaap die lonkt

Van alle imperfecties ontdaan
de droom van een dronken bestaan
zwelgend in de liefde
het leven voor een ander bestaan

Niemand wakend over de rustenden
niemand denkend aan het zelfbehoud
niemand wetend wat het inhoudt
angst en nachtmerries te ervaren

zondag 22 april 2007

Gemiste kansen 2

Nog een stukje die ik gemaakt heb voor Gemiste kansen. Als dit vervolg verwarrend overkomt: dit stukje speelt zich af voordat het eerste stuk zich voordoet. Vervolg van Schreeuw van Evanga post ik morgen. HF ^^


Nadat ik me zo zielig op m'n wat onfris ruikende bed had gestort, op de dag dat het een jaar uit was met haar, besloot ik me maar eindelijk eens te vermannen en het achter me te zetten. Terug aan andere vrouwen denken, en haar uit mijn geest bannen. Een mooi voornemen, maar toch heb ik de dag nadien een berichtje naar haar gezonden met de boodschap: “gelukkige verjaardag, groetjes, de teringlijer”. We hadden toch altijd die leuke koosnaampjes voor elkaar gehad. Als je je lief tyfushoer of teef heet en haar daarna vastpakt om met haar een tong te draaien, en er verder niets over gezegd dient te worden, heb je een bizarre, maar leuke relatie. Natuurlijk moest het verkeerd aflopen. Niet dat ze te goed was voor me, nu ik ernaar terugblik. Beeldschoon, volgens mij althans. Ik heb dan ook wel een vrij aparte smaak, één van die mensen die graag mayonaise bij zijn pizza bolognèse eet. Of die zo zeldzaam zijn, weet ik niet. Wel weet ik dat de meesten me dan aankijken alsof ik paardenuitwerpselen aan het verorberen ben. Mensen die niet durven combineren, hatelijk. “Èèh, zo vies!”, of “o... ké dan.” terwijl ze met hun ogen rollen. Mensen die de liefde niet begrijpen. Maar wat is liefde? Niet de adoratie van het mooie, het pure, het goede. De liefde is de perfectie zien in wat helemaal niet perfect is. Daarmee dat de liefde je blind kan maken. Ik heb wel van een paar vrouwen gehouden, maar die liefde was niet absoluut, niet onvoorwaardelijk als eczeem die zich hardnekkig blijft aanklampen aan je huid, hoeveel zalfjes je er ook op smeert. Ze kon de boom in en er terug uitvallen aan een koord om haar nek, ze deerde mij niet meer. Dat zei ik toch tegen mezelf, of het waar was wist ik nog altijd niet zeker. Ik besloot uit mijn bed te komen en mezelf wat avondeten te maken. Twee eitjes met wat hesp, kaas, brood, en een wat ongelukkig grote hoeveelheid knoflook. Het eten was heerlijk, mijn adem niet. Misschien moest ik een vrouw hebben die van knoflook hield, maar die geur zou ik dan waarschijnlijk ook moeten verdragen. Liever niet.

De leerstof stak me tegen, maar het was nodig dat er wat in mijn hoofd belandde van de lessen waar ik niet naartoe ging. Communicatieleer, één van de meest nutteloze vakken ooit in het leven geroepen. Alsof je vanuit een cursus moet leren wat communicatie inhoudt. Alles wat erin staat spreekt voor zich, ze geven er gewoon een naam aan die je moet onthouden. Heb ik dan even de pech dat ik niet goed met namen ben. Het lief van mijn neef had mij zo onlangs liggen gehad, een halve dag heette ik haar Sharon, toen ze uiteindelijk zei dat ze Melanie heette. De teef. Niet slecht bedoeld natuurlijk, een prachtig mens, maar toch, een duiveltje die opeens al klauwend naar alles in haar weg een bloedbad kan aanrichten, zonder dat ze helemaal uit het doosje is gekomen. Ik begreep wel wat m'n neef erin zag. Wie niet? Één paar ogen die de laatste keer dat ik haar zag geen aandacht schonken aan haar, en dat waren de hare. Toch, niets voor mij, wel voor hem, het gevoel van inferioriteit zou me tenonder doen gaan. De pagina's begonnen allemaal op mekaar te lijken. Frustratie alom, dus ik gooide het maar ergens in een hoek, en liet het daar liggen tot ik er eens over struikelde, of mijn plichtsbesef zichzelf eens bijeenraapte.

donderdag 19 april 2007

Gemiste kansen

Ik heb verder gewerkt aan het tekstje waar ik mee bezig was. Misschien dat ik zal meedoen aan een wedstrijd voor kortverhalen of zoiets. Wie weet? Ik heb me er alleszins mee geamuseerd om het te schrijven, hopelijk leest het goed. Comments zijn welkom natuurlijk. De vorige posts met delen van dit in zal ik verwijderen in een dag of twee. Vrij kut om een half uur te wachten op een pagina die moet laden(smallband).

*edit: posts verwijderd

Gemiste kansen

Ik zag er goed uit vandaag, ofwel had iemand een onconventionele smaak. De jonge brunette op de tram keek me schalks aan toen ik opstapte, alsof ze me wou oppeuzelen als een grote pot chocoladeijs. Hoe goed je eruit ziet vraag je best niet aan je spiegel, maar aan de blikken van mensen die je zelf knap vindt. Ik had zin om haar aan te spreken en uit te vragen, zo direct als het maar kon. “Mag ik je naam en je nummer?” met een verfomfaaid notitieboekje in de handen. Velen zouden je maar vreemd aanstaren. Gelukkig ben ik zo onbeschoft en onsubtiel niet. Geef mij maar lange aanloopjes en min of meer toevallige wendingen in het gesprek. Vissen alsof je leven er van af hangt. Terwijl ik me achteraan de tram begaf, had ik al een zweem van spijt dat ik geen botte, ongemanierde lul was. Botte messen kunnen veel meer aanrichten als je ze goed gebruikt, maar bot en subtiel gaan meestal niet goed samen in een woordenspel, toch niet om een meisje te 'versieren'. Genoeg vlakke, gemanicuurde handen zijn al in mijn vaarwater verzeild geraakt om te weten dat het geen goed idee was om haar toen aan te spreken. Toch stond ik even bij mijn beslissing stil, want met deze passieve houding bereikte ik niets, bleef de vraag 'wat als' rondzwerven in mijn gedachten. Na verdere observatie van de jonkvrouwe leek het me des te duidelijker dat ik nooit een kans maakte om haar te krijgen, en dan nog eens te houden. Ik rolde dus maar rustig een sigaret om na de rit op te roken tijdens het wandelingetje naar mijn kot.

Terwijl de zon de horizon bijna omhelsde, duwde ik op de bel om af te stappen aan de volgende halte. Ik ging haar missen, die naamloze schone. Misschien moest ik haar maar een naam geven, zodat ze niet uit mijn herinneringen verdween. Eva is een mooie naam, maar ik kende al een Eva of twee, de ene bijbels, de andere hemels. Ik ging maar voor Charlotte, wat ik altijd een mooie naam gevonden heb. Een naam, om te denken aan die keer dat ik een bevallige deerne ontmoette op een tram, dat ze me aandachtig, gewillig, doch plagerig aankeek, maar dat ik niet de moed op kon brengen om haar aan te spreken. Ongepastheid is menselijk, ik begin het te verachten. God mocht de mens wel wat beestiger gemaakt hebben op dat gebied, hoewel de realiteit van verkrachtingen en sadomasochisme me van die stelling neigt te onthouden. Wilder zou een beter woord zijn. Ondeugender ook. Ik stapte van de tram af en stak mijn sigaret aan.

De café's langs de weg zagen er maar wat troosteloos uit nu het bijna donker was. Veel studenten en would-be studenten zaten nu tijdens de paasvakantie hun ouders wat te ambeteren. Één week van dat soort bezigheden is voor mij al meer dan genoeg, dus ben ik maar op Paasmaandag terug vertrokken. Mijn ouders kunnen nu gerust wat op adem komen, nu hun vervloekte zoon terug naar zijn verre hol terugkeert. En ja, het is een hol. Tochtend uit kieren die ik niet kan vinden, en rokerig door de duizenden sigaretten die in mijn mond, longen en asbak beland zijn. Gelukkig gebruik ik mondwater.

De spaghetti was al aan het koken toen ik eraan dacht dat Den Draver wel open zou zijn. Het café was meestal wel nog gezellig, en om te ontsnappen aan het rookgordijn die als smog mijn kamer verstikt ben ik tot veel bereid. Het sociaal contact nam ik er maar bij. Hopen volk die drummen aan de toog als biggetjes bij de zeug beviel me eigenlijk niet zo, maar het kon ermee door. Alcohol is dan ook de meest gegeerde vloeistof op aarde, boven water, boven olie. De drank moet vloeien, of er komt revolutie van. Bedwelming is soms wel een deugd, hoewel het altijd een ondeugd is. Katers zijn een straf van God. De wreedaard die op ons neerkijkt en zijn kans afwacht om een zondaar neer te bliksemen.

Met de nasmaak van spaghettisaus in mijn mond stapte ik naar Den Draver. De nasmaak van een lekkere maaltijd is altijd welkom, toch heb ik liever geen etensresten tussen de tanden. Een kilometertje wandelen, genoeg tijd voor een zaf. Ondertussen bedacht ik onderwerpen om over te praten, en met wat voor mensen ik contact zou zoeken, alsof ik een voorbereiding nodig had om een “prettig” gesprek te voeren. Eerlijk gezegd kwam ik voor het bier, maar mensen zouden het niet begrijpen als ik met mijn pint een gesprek zou beginnen, dus hield ik de schijn op.
Er zat niet veel volk, drie mensen achteraan in de zetels, en twee aan de toog. De toog was het dan maar. De balans trachten in evenwicht te houden. Ik was een pint aan het bestellen toen ik me afvroeg wat voor merk ik aan het drinken was. Het was “Romy”, maar waarom kwam ik het hier tegen en nergens anders? Toen nam ik een slok en besloot er maar geen aandacht aan te schenken. Het bier was dat ook niet van plan. De deur ging open. Ik keek achterom en zag 'Charlotte' binnenkomen. Wat een toeval dacht ik, en misschien een kans. Maar zoals altijd bleek er altijd iets te zijn met aantrekkelijke vrouwen. Ofwel hadden ze een vriendje, ofwel hadden ze een zwerm. Hier bleek het een zwerm te zijn, een meute schoothondjes die zich kansloos voor de leeuwin wierp. Vier kerels kwamen samen met haar binnen. Het woord gleufdier kwam in me op, en ik moest lachen. Ik keek op en zag een blondine met een halfvolle kriek in de hand lachen naar me. Ik lachte terug, blijkbaar had ze mijn binnenpretje enigszins door. Ze zat alleen, dus deed ik zoals het een heer betaamde, ging bij haar staan, en vroeg of ik haar kon vergezellen. Ze zei 'tuurlijk' met een geamuseerde glimlach. Hier zat meer in, mijn dag werd beter en beter.

zaterdag 14 april 2007

Schreeuw van Evanga 8

Dit gedicht uit Schreeuw van Evanga gaat over de simpele, pure, onschuldige liefde. Het vervolg op het vorige gedicht.

Het koren, dat hard striemt
op een huid teer, bemind
niets meer dan ondiepe schrammen

Niets meer of minder
vergeten in het spel
waar twee geliefden
één bejaagde, gejaagd zijn

Een stereotiep, maar lieflijk spel
waarin wij beminnen
onvermogend los te laten
zullen kronkelen

En verborgen
maar in alle eerlijkheid
elkaar zullen behagen

donderdag 5 april 2007

Schreeuw van Evanga 7

Vervolg op het vorige gedicht van SvE ^^

Ze liefkoost me, en ik wordt machteloos
volledig opgaand in wie Ze is

Geluk roept me eind'lijk aan
en ik bezweer Haar mijn liefde

De enige die mij koestert
maakt en ziet in me
wat Zij wil zien
en ik zo graag wil zijn

maandag 2 april 2007

Schreeuw van Evanga 6

Derde gedicht uit Frivoliteiten. Tegen donderdag staat het volgende stukje er ook op. Enjoy ^^

In Evanga, de Godin van Waarheid
met een onschuld, als onbelegen lakens
ben ik verloren gegaan, verdronken

Als een rivier, wast Ze m'n zonden
ik ben rein, het verleden vergeten
enkel bladzijden in een vorig dagboek

Het voorbije lokt me, lonkt naar me
maar me vangen kan ze niet
ongrijpbaar dartel ik
naar Haar, en met Haar