zondag 22 april 2007

Gemiste kansen 2

Nog een stukje die ik gemaakt heb voor Gemiste kansen. Als dit vervolg verwarrend overkomt: dit stukje speelt zich af voordat het eerste stuk zich voordoet. Vervolg van Schreeuw van Evanga post ik morgen. HF ^^


Nadat ik me zo zielig op m'n wat onfris ruikende bed had gestort, op de dag dat het een jaar uit was met haar, besloot ik me maar eindelijk eens te vermannen en het achter me te zetten. Terug aan andere vrouwen denken, en haar uit mijn geest bannen. Een mooi voornemen, maar toch heb ik de dag nadien een berichtje naar haar gezonden met de boodschap: “gelukkige verjaardag, groetjes, de teringlijer”. We hadden toch altijd die leuke koosnaampjes voor elkaar gehad. Als je je lief tyfushoer of teef heet en haar daarna vastpakt om met haar een tong te draaien, en er verder niets over gezegd dient te worden, heb je een bizarre, maar leuke relatie. Natuurlijk moest het verkeerd aflopen. Niet dat ze te goed was voor me, nu ik ernaar terugblik. Beeldschoon, volgens mij althans. Ik heb dan ook wel een vrij aparte smaak, één van die mensen die graag mayonaise bij zijn pizza bolognèse eet. Of die zo zeldzaam zijn, weet ik niet. Wel weet ik dat de meesten me dan aankijken alsof ik paardenuitwerpselen aan het verorberen ben. Mensen die niet durven combineren, hatelijk. “Èèh, zo vies!”, of “o... ké dan.” terwijl ze met hun ogen rollen. Mensen die de liefde niet begrijpen. Maar wat is liefde? Niet de adoratie van het mooie, het pure, het goede. De liefde is de perfectie zien in wat helemaal niet perfect is. Daarmee dat de liefde je blind kan maken. Ik heb wel van een paar vrouwen gehouden, maar die liefde was niet absoluut, niet onvoorwaardelijk als eczeem die zich hardnekkig blijft aanklampen aan je huid, hoeveel zalfjes je er ook op smeert. Ze kon de boom in en er terug uitvallen aan een koord om haar nek, ze deerde mij niet meer. Dat zei ik toch tegen mezelf, of het waar was wist ik nog altijd niet zeker. Ik besloot uit mijn bed te komen en mezelf wat avondeten te maken. Twee eitjes met wat hesp, kaas, brood, en een wat ongelukkig grote hoeveelheid knoflook. Het eten was heerlijk, mijn adem niet. Misschien moest ik een vrouw hebben die van knoflook hield, maar die geur zou ik dan waarschijnlijk ook moeten verdragen. Liever niet.

De leerstof stak me tegen, maar het was nodig dat er wat in mijn hoofd belandde van de lessen waar ik niet naartoe ging. Communicatieleer, één van de meest nutteloze vakken ooit in het leven geroepen. Alsof je vanuit een cursus moet leren wat communicatie inhoudt. Alles wat erin staat spreekt voor zich, ze geven er gewoon een naam aan die je moet onthouden. Heb ik dan even de pech dat ik niet goed met namen ben. Het lief van mijn neef had mij zo onlangs liggen gehad, een halve dag heette ik haar Sharon, toen ze uiteindelijk zei dat ze Melanie heette. De teef. Niet slecht bedoeld natuurlijk, een prachtig mens, maar toch, een duiveltje die opeens al klauwend naar alles in haar weg een bloedbad kan aanrichten, zonder dat ze helemaal uit het doosje is gekomen. Ik begreep wel wat m'n neef erin zag. Wie niet? Één paar ogen die de laatste keer dat ik haar zag geen aandacht schonken aan haar, en dat waren de hare. Toch, niets voor mij, wel voor hem, het gevoel van inferioriteit zou me tenonder doen gaan. De pagina's begonnen allemaal op mekaar te lijken. Frustratie alom, dus ik gooide het maar ergens in een hoek, en liet het daar liggen tot ik er eens over struikelde, of mijn plichtsbesef zichzelf eens bijeenraapte.

Geen opmerkingen: