maandag 10 december 2007

Gemiste Kansen 19

De laatste tijd komen de posts veel trager... *wijst vinger naar school* dat is dus de reden :( teveel schoolwerk, dus veel tijd om te schrijven heb ik niet. Vanaf dat de examenperiode echter voorbij is, zal ik terug op een normaal tempo werken aan Gemiste Kansen. Innieweis, hier is deel 19 ^^


“Ik hou van je.” fluisterde ik zachtjes. Ze zei echter niets, schonk me zelfs geen glimlach. Ze kuste me, maar het leek meer een gewoonte dan iets dat op passie leek. Een mooi woord, passie, maar net als woorden was het begrip passie vluchtig. Langzaam leek het vervaagd te zijn bij haar, terwijl ik nog meer naar haar hunkerde dan in het begin. Geen leven zonder haar, dacht ik toen nog. Een kus die aanvoelde als een morele verplichting van haar kant, en uiteindelijk leek ik nog gelijk te krijgen. Na zoveel maanden samen maakte ze een eind aan onze relatie zonder verpinken. Geen reden die goed genoeg was voor me, ze gaf me er ook niet echt één.

Het was niet de eerste keer. Deed ik iets verkeerd, of wat zorgde er elke keer dan voor dat het mis liep? Vragen die ik me bleef stellen, en uiteindelijk onbeantwoord bleven. De wil om die vraagstukken te beantwoorden was ook afwezig. Het was zinloos te blijven redeneren over de oorzaken van mijn frustraties, en filosofische gedachtengangen bleken me uiteindelijk ook geen goed te doen. Hoe langer je over dingen nadenkt, hoe absurder ze worden. Frustraties over de mogelijke antwoorden konden niets meer dan depressies veroorzaken. In zo'n gemoedstoestand filosofeerde men beter nooit, of men komt tot onwaarschijnlijke dooddoeners als: “Ik denk, dus ik besta niet.” een prachtzin die op niets slaat, maar bij nader inzien compleet te verrechtvaardigen valt. “Het denkproces is het resultaat van de wetten van de fysica. Compleet, geregeld en voorbestemd, zonder enige afwijking zijn alle gedachten die ook maar rondwaren in ons hoofd. Tot die wetten wegvallen, of wij er niet meer aan gebonden zijn, ondergaan we dus enkel een non-bestaan.” Vreemd dat je dan pas kan beseffen dat je niet bestaat wanneer je kan denken. Met zo'n gedachtengang lijkt het wel alsof je moet sterven om het bestaan te ervaren. De hele stelling op zich is echter nutteloos, maar toen wist ik dat ik op een dag wel kan uitvissen hoe het voelde om te bestaan. Of niet, maar het maakte toch eigenlijk niets uit. Niet bestaan kende ik wel, en het kon pijn doen.

Geen opmerkingen: