maandag 28 januari 2008

Gemiste Kansen 22

Deel 22, en in een paar dagen zal er nog wel een deeltje verschijnen. Veel pret ^^


Het einde van de examens was in zicht. De tijd was dus bijna gekomen om buiten mijn goelagarchipel te treden en de wereld te herontdekken. Nog één examen te gaan, en ik wou dat hij nog dagen van me verwijderd was. Wou ik al terugkeren naar dat sociale leven? Niet echt, maar het begon nu al aan me te trekken. Anton had al gebeld dit weekend om naar een optreden te gaan, en Michiel wou zich na het laatste examen eens bezatten met me. Ik stemde in, maar vooral vanwege morele verplichtingen, en er dus voor te zorgen dat niemand in het ziekenhuis belandde door idioot gedrag. Nog tweeëntwintig uur te gaan, en het oog van de orkaan trok aan me voorbij. Mijn cursus economie was uit de vergetelheid geraakt en lag nu op mijn bureau. Een echt bureau was het eigenlijk niet. Het bestond uit twee schragen en een grijsgeverfde deur, maar het voldeed aan de functie. Een voorziening van de huisjesmelker die zich voordeed als kotbaas. Blijkbaar begreep hij niet wat comfort betekende, en hetzelfde kon gezegd worden van isolatie en brandveiligheid. Om één of andere mysterieuze reden ging het brandalarm af vanaf het moment dat het aangezet werd, wat als gevolg had dat die altijd af stond, en verklaarde de kerel dat het gebouw onmogelijk kon afbranden, omdat het vol stond met gipsplaten. Toegegeven, er zijn betere materialen om een vuurtje te stoken dan met kalk, maar tapijt en hout zijn wel heel nuttig op dat vlak. Ofwel was hij dus een debiel, ofwel een lul die enkel geïnteresseerd was in het saldo van zijn bankrekening, met andere woorden, een autist met financiële vaardigheden. Ik gokte op beide.

De enkele uren blokwerk deden hun werk, en maakten dat ik mijn zorgen voor na de examens tijdelijk vergat. Wat zou ik zeggen wanneer ik Stephanie terugzag? Wat als haar vader me vanuit zijn auto opmerkte en ik zorgeloos langs straat wandelde? De vragen doken op van zodra ik de bijbel van de vrijemarktprincipes dichtklapte. Negen uur 's avonds, en mijn hoofd zat tjokvol formules die ik na twaalf uur de volgende dag me nooit meer moest herinneren. Ik griste mijn gsm van het bureausubstituut en bekeek wat van mijn berichtjes. Leuke berichtjes verwijderde ik zelden. Het was altijd leuk om de tijden te herinneren dat iemand van je hield, en zichzelf niet probeerde te doden vanaf je die enigszins beantwoordde. De minst leuke boodschappen stonden er soms ook nog in. Het oudste was drie jaar oud, en was van Sarah, die zei dat David verongelukt was. Ik overwoog niet om haar woorden ooit te wissen. Vrienden vergeet je nooit, behalve als iets je hoofd met hoge snelheid raakt, en dan nog. Traag liep ik het lijstje af, wiste enkele dingen die me niet meer deerden, maar liet de rest staan. Bijna aan het nieuwste bericht gekomen merkte ik dat Alea's bericht weg was. Vreemd, gezien ik me niet herinnerde het ooit gewist te hebben. Het kwam echter wel voor dat er dingen verdwenen, zonder dat ik wist waarom. De ene keer door de kuren van mijn gsm, ofwel omdat ik vergeten was dat ik het weggedaan had. Sommige mensen hebben een geheugen als een zeef, het mijne was een bodemloze emmer.

Geen opmerkingen: